Witruimtes in drukwerk
Je zult soms merken dat de afstanden tussen verschillende aspecten van je lay-out niet zo consistent zijn als je gewend bent. Óf dat er wat regelafstanden betreft minder mogelijk is dan dat je gehoopt had. Waarom is er nou meer witruimte tussen een alinea en een figuur op de ene pagina, dan op de andere pagina? En hoezo kan er geen halve witregel tussen alinea’s zitten, maar alleen een hele?
Dit lijkt misschien inconsistent, maar eigenlijk zitten er juist hele logische redenen achter deze ogenschijnlijk rare afstanden. Ze hebben te maken met het raster waar regels van pagina’s in boeken zich op bevinden. Bij ieder boek is vastgelegd hoeveel regels er op één pagina komen, en ook wáár ze op de pagina horen. Dit is het raster, welk mede wordt bepaald door de regelafstand van de tekst.
Dit raster is heel belangrijk. Het zorgt er namelijk voor dat wanneer je een pagina van het boek omslaat, de regels altijd op dezelfde plek zullen zitten als de regels op de pagina ervoor. Is dit niet het geval, zorgt dat voor een onrustig effect wanneer je door een boek bladert. Dit maakt het lezen vermoeiender en laat je publicatie er rommelig uitzien.
Wat hebben figuren, tabellen of witregels hiermee te maken?
Door het raster is de hoogte van een alinea aan tekst altijd een meervoud van de regelafstand. Het lastige aan figuren, tabellen of witregels, is dat deze geen vaste hoogte hebben, en hierdoor kunnen eindigen op een plek die niet aansluit bij het raster. Als je op deze hoogte vervolgens weer zou beginnen met een alinea, valt deze niet binnen het raster, en zal deze op een andere hoogte zitten als op andere pagina’s.
Om dit te voorkomen, begint een alinea na een figuur of tabel pas op een plek waar deze binnen het raster valt. Hierdoor blijft de lay-out van het proefschrift consistent over het gehele boek. Hetzelfde geldt voor witregels tussen alinea’s; ook hier kan de tweede alinea pas beginnen op het raster, om te voorkomen dat de alinea op een afwijkende hoogte komt te staan.
Waarom ziet dit er dan zo raar uit?
Een raster waarop elementen in een boek worden uitgelijnd is de standaard in drukwerk. Sla maar een ander boek of proefschrift open, en je zult zien dat witruimtes daar ook verschillen. Dat je dit nu pas opvalt, komt doordat we als lezer anders kijken naar tekst op een beeldscherm dan naar tekst op papier. Op een beeldscherm hoeven ontwerpers geen rekening te houden met een raster, omdat je hier niet tussen verschillende pagina’s bladert, maar simpelweg verder scrollt. Bekijk je echter een PDF van je proefschrift, heb je te doen met pagina’s, ondanks het feit dat het op een beeldscherm staat. Zodra je iets op een scherm ziet wat je normaliter op papier bekijkt, vallen je dingen op die je anders voor lief neemt.
De geschiedenis
Los van de hedendaagse functie heeft de omgang met witruimte in drukwerk ook een historische reden. Ten tijde van de mechanische boekdrukkunst werden regels tekst gemaakt door loden vormen onder elkaar te plaatsen op een plaat, een zogenaamde galei.
Zoals je ziet, hadden deze loden vormen vaste groottes en plekken op deze galei. De regelafstand en -positie was hiermee dus vastgelegd; het oorspronkelijke raster. Ook wanneer we met hedendaagse digitale drukvormen niet meer aan deze beperking gebonden zijn, blijkt een vast raster toch noch een belangrijke rol te spelen. Als we boeken zouden drukken waarin we het niet meer toepassen, zou men dit als rommelig ervaren. Durf jij de eerste te zijn die breekt met deze historische traditie?