Wat is het verschil tussen pixels en vectoren?

Als je bezig bent met de vormgeving van je proefschrift, kom je ongetwijfeld termen als pixels en vectoren tegen. Bij Persoonlijk Proefschrift werken wij met elk type afbeeldingen, we vragen ook altijd om de afbeeldingen los aan te leveren. Maar wat betekenen deze termen eigenlijk, en waarom is het belangrijk om het verschil te kennen? Laten we het simpel uitleggen.

Pixels

Om te beginnen met de meest bekende van de twee, pixels. Pixelafbeeldingen, ook wel bitmapafbeeldingen genoemd, bestaan uit duizenden kleine puntjes (pixels) die samen een beeld vormen. De kwaliteit van deze afbeeldingen is afhankelijk van de resolutie, uitgedrukt in DPI (dots per inch). Hoe hoger de resolutie, hoe scherper de afbeelding. Let op: wanneer je een pixelafbeelding vergroot, worden de pixels uitgerekt, waardoor de kwaliteit achteruitgaat.

Bestandsformaten die pixels gebruiken: .jpg, .png, .tiff, .bmp, .psd

Vectoren

In tegenstelling tot pixelafbeeldingen zijn vectorafbeeldingen opgebouwd uit lijnen en vormen die op elke grootte haarscherp blijven. Deze bestanden zijn ideaal voor grafische elementen zoals logo’s, lijntekeningen en schema’s. Voor de beste drukkwaliteit raden we aan om waar mogelijk vectorbestanden te gebruiken.

Bestandsformaten die vectoren gebruiken: .ai, .eps, .svg, .pdf (let op: niet elke PDF is automatisch een vectorbestand)

Hoe herken je het verschil?

Inzoomen: Zoom in op de afbeelding. Blijft deze scherp? Dan is het waarschijnlijk een vectorbestand. Wordt het wazig of blokkerig? Dan heb je te maken met een pixelafbeelding.

Bestandstype: Controleer de extensie van het bestand. Zoals hierboven vermeld, geven de extensies vaak al aan of het om een pixel- of vectorbestand gaat.

Pixels VS Vectoren

Pixelafbeeldingen bestaan uit een vast aantal puntjes. Als je zo’n afbeelding vergroot, vergroot je ook die puntjes. Stel je voor: je hebt een afbeelding van 500 bij 500 pixels. Op een scherm van 50 bij 50 cm is elk pixel dan ongeveer 1 vierkante millimeter. Maar als je diezelfde afbeelding op een billboard van 5 bij 5 meter zou zetten, is elke pixel ineens 1 vierkante centimeter groot. Dan zie je dus duidelijk de blokkerige structuur – de afbeelding wordt vaag of ‘korrelig’. Daarom ogen pixelafbeeldingen snel onscherp als je ze te veel uitrekt, vooral bij lage resoluties.

Vectorafbeeldingen daarentegen zijn gebaseerd op wiskundige formules, niet op een raster van puntjes. Lijnen, vormen en kleuren worden beschreven met coördinaten en verhoudingen. Daardoor kun je een vectorbestand eindeloos vergroten of verkleinen zonder dat de kwaliteit achteruitgaat. Of je ‘m nu op een visitekaartje zet of op een muur van tien meter breed – hij blijft altijd haarscherp.

Gerelateerde artikelen